De lopende onderhandelingen over het Raamverdrag van de Verenigde Naties over internationale fiscale samenwerking, verwacht in 2027, bieden een kans om het mondiale belastingsysteem, dat historisch ongunstig is voor ontwikkelingslanden, te hervormen. In dit advies van de Adviesraad voor Beleidscoherentie ten gunste van Ontwikkeling wordt gepleit voor een Belgisch standpunt over het toekomstige verdrag dat ervoor zorgt dat de doelstellingen en resultaten van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid niet worden doorkruist door de impact van het internationale fiscale beleid op ontwikkelingslanden [1]. De strategische prioriteit van dit verdrag is dan ook om, waar mogelijk, de ontwikkelingsdoelstellingen te ondersteunen door een doeltreffende en billijke belastingheffing in te voeren op inkomsten gegenereerd door multinationals en grote vermogens. De Raad beveelt aan dat het VN verdrag (1) een hervorming initieert van de belasting van multinationals, gebaseerd op unitaire taxatie van hun wereldwijde winsten, op een eerlijke verdeling volgens de werkelijke activiteit in elk land, op een verhoging van het wereldwijde minimumtarief tot 25% en op publieke rapportering per land, (2) internationale normen aanneemt voor de eerlijke belasting van grote vermogens, (3) een gemeenschappelijke definitie van illegale financiële stromen vaststelt, de facilitatoren van deze stromen reguleert en de mechanismen voor de uitwisseling van informatie tussen staten versterkt, en (4) de belastingstelsels afstemt op de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) om te zorgen voor de uitvoering van de agenda van de Verenigde Naties voor 2030 [2] en het Akkoord van Parijs [3].